zaterdag 1 maart 2014

Super

Kees Kont is de eigenaar van de plaatselijke supermarkt. 
Uiteraard heeft Kees niet voor deze achternaam gekozen, maar deze is hem vanwege bepaalde proportionele lichamelijke kenmerken door de dorpsinwoners als bijnaam meegegeven. 

Nu is dit niets vreemds, in het dorp waar ik woon worden deze je vaak al vanaf de lagere school toegekend. Meestal slaan de namen op lichamelijke kenmerken, zoals kaashandelaar "De neus", skinny biologische groetenhandelaar "de Lat" of huisschilder "de vuurtoren heeft moeten ervaren. 

Hoe dan ook, Kees heeft zijn supermarkt verbouwd. Een nieuw kaasschap is aangeschaft, verse broodjes worden zo nodig ter plekke gebakken en de kassa's hebben nieuwe scanners gekregen. 

In het dorp wordt de plaatsing van een nieuwe lantaarnpaal, het begin van de lente, of het vangen van een vis uitbundig gevierd dus ook de opening van de verbouwde supermarkt werd een feestelijke gebeurtenis. 
Het plein werd versierd met kleurige ballonnen en vlaggetjes, en de plaatselijke minstreel schetterde hard gezongen Frans Bauer covers over het met muziekspeakers versterkte plein. 

In de supermarkt kom ik de krasse hoogbejaarde boerenknecht Nelis tegen. Hij vond het allemaal maar niks. 
"Vroeger.." sprak hij " vroeger, vroeger als jongen stuurde mijn moeder me met een gulden naar de winkel voor een boodschap.", "en.." spuugde hij verder "en weet je, dan kwam ik terug met vijf aardappelen, twee broden, drie flessen melk, een stuk kaas, een doos eieren en een doos thee.".
Hij schud zijn hoofd. "Tegenwoordig... tegenwoordig kan dat nergens meer..." 

" Veels te veel beveiligingscamera's"
 en hij loopt schaterend van me weg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten