zondag 12 juni 2022

Stoofvlees

Gaan we vandaag nog langs onze kleinkinderen? vraag ik in de ochtend.
Ik ben net teruggekomen uit de moestuin waar ik het onkruid weer heb terug gedrongen.
We waren vorige weekend bij onze kinderen bezig met hun tuin metamorfose.
Zo'n twintig struiken diende te worden gerooid.
Een honderdjarige appelboom moest worden gered van een rupsen invasie.
En een doorgang naar schuur en tuin diende met kapmes en snoeischaar toegankelijk worden gemaakt.
Waarna de werkdag met krakende rug op het borreluur gebroederlijk eindigde op het stoepje met mijn kleinzoon.
Een biertje voor de harde werkers.
Zeven maanden oud... je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen.
 
Ook moesten er nog wat leisteen tegels van een vierkante meter worden verplaats.
Om ruimte te maken voor meer tuin voor het huis.
Maar dat was voor een weekend later.
Komen jullie vandaag nog langs? appt mijn dochter rond elven.
We zijn inmiddels aan het werk bij Oma in de tuin.
Het gras dient gemaaid en we vermoeden dat ze tijdens onze afwezigheid stiekem in de border heermoes en zevenblad heeft gezaaid.
Ook moet er nog een schuurdeur geschilderd en het lukt haar niet zelf de pot verf met kwasten op de rollator recht te houden.
Dus hebben we die klus ook voor vanochtend ingepland.
Vanmiddag. app ik terug. We zijn nu bij Oma aan het werk.
 
Dus wordt er middags met plavuizen van tachtig kilo gesleept.
En leisteen waterpas gelegd.
Waardoor het opvalt dat de aansluitende stenen scheef liggen.
Welke weer waterpas dienen te worden gelegd.
De vrijgekomen ruimte wordt door vrouw en dochter in een razend tempo plantklaar gemaakt.
Een ligusterhaagje, vingerhoedskruid, lavendel en viburnum.
Alles blauw en wit.
Cato helpt in haar prinsessenjurk mee.
Ze harkt de net geplante haagjes glad.
En haalt ijsjes met chocola en spikkels.
Terwijl kleinzoon groene snottebellen blaast op het stoepje.
Eten jullie mee? vraagt mijn dochter.
Maar ik ontdekte van de week dat op het dorp stoofvlees verkrijgbaar is.
Op dikke patat gedrapeerd.
En ik heb vandaag een paar kilo vrijgemaakt om aan te vullen.
Dus nee...
We eten thuis.

 
De stoofvlees is prima.
Niet helemaal als Brabants thuis.
Maar goed genoeg een vleugje weemoed te proeven.

 

Loekie

 

Ergens moest hij zijn.
De zolder word afgezocht. En de garage en de schuur ondersteboven gekeerd.
Maar nergens te vinden.
Het zoekgebied word uitgebreid en uiteindelijk bij Oma op de zolder boven de garage vinden we hem.
Nog altijd knalroze met inmiddels twee luchtloze banden en zijwaarts uitstekende trainingswieltjes.
Het kinderfietsje waar al onze kinderen op leerde fietsen.
En inmiddels ruim dertig jaar stof heeft verzameld.
"Mooi Opa" zegt mijn kleindochter die door roest heen kan kijken.
"Mag ik erop?"
Maar opa moest eerst nog wat lucht in de bandjes pompen.
En een trappertje weigert rond te draaien.
"Opa gaat hem eerst mooi maken", antwoorde ik.
"En als hij dan klaar is mag jij er de hele dag op fietsen."
"Opa gaat hem eerst mooi maken", papagaaid ze naar haar moeder.
"Maar dan mag ik erop."
Dan kan opa er vast nog wel een mandje opzetten zegt oma.
En zo staat er weer een klusprojectje op mijn naam.
 
Ik app een foto van Jasper op zijn vierde verjaardag trappend op het fietsje naar mijn dochter.
En krijg een hartje terug.
De fiets staat gedemonteerd in stukjes te wachten op mijn werkbank.
Alle onderdelen zijn geschuurd, de ketting is ontroest en ligt zich in een oliebad te smeren.
Nieuwe trappers dienen besteld. Terwijl ik in de kast naar een passend verfje zoek.
Het wordt oud grijs met een fris kleurtje blauw.
Gender neutraal en nog voor generaties woke.
Opa is van plan de namen van de kleinkinderen er met een sjabloontje op te schilderen.
Maar eerst maar eens een basis grondlaag aanbrengen.

 
Het fietsje was de eerste opstap voor fietsen zonder zijwieltjes.
De eerste doodsangsten werden er doorstaan als losgelaten kind zwalkend van de ene kant van de weg naar de andere kant zijn weg vervolgde.
Menig ontvelde knie moest van Turtle ninja pleister worden voorzien.
En dan was er in de Kamerikse polder aan het eind of zijkant van elke straat nog het water.
Niet in de plomp rijden hoor, is dan ook een gevleugelde uitspraak als onze dochter met electrische bakfiets volgeladen met kinderen op de koffie komt.
De plomp, dat is de sloot hebben we onze kleindochter uitgelegd.
Daar kun je zomaar onderkoppie in terecht komen.
Dus elke keer als ze weer vertrekken belooft ze niet met mamma in de plomp te rijden.
Goed plan vinden we.
En straks thuis in het plantsoen ver van water op de nieuw fiets maar veel oefenen.
Dan duurt het nog heel lang voor de zijwieltjes eraf kunnen.
En kan ze drie zwemdiploma's later zelfstandig langs het water eens voor koffie of limonade aan komen fietsen.