zondag 5 november 2023

Limmerick

 

Na de verkoop van het huis van mijn moeder moest er opgeruimd.
In de familie-app werden de zaken niet meeverhuisd verdeeld.
Wat overbleef ging naar de kringloopwinkel of het afval.
Een doos met "dat wil ik nog wel" stond zolang voor me bij mijn nichtje opgeslagen.
Bij een bezoek aan mijn moeder deze week haalde ik ze op.
 
Veel spullen van mijn overleden stiefvader.
Verzamelingen waar een mens in zijn leven nog wat aan heeft.
Bijvoorbeeld een zakje met van elke uitgegeven jaargang een uitgebrachte cent.
Bij elkaar een verzameling die loopt van 1948 tot en met 1980.
Gezamenlijk 38 stuks en net voor de overgang naar de euro voldoende voor het kopen van een rolletje pepermunt.
Op marktplaats aangeboden voldoende om zo'n zelfde rolletje vandaag de dag alsnog te kunnen kopen.
De tien delen blueband sportboeken met ingeplakte plaatjes zijn te leuk om weg te doen.
Over de verzameling sportmedailles van 1928 tot 1967 moet ik nog even nadenken.
Die van 1928 moeten van zijn vader zijn geweest die blijkbaar nog met de volksleger spelen had meegedaan en marathons had gelopen.
Naast elkaar opgespeld op mijn jas op Koningsdag zullen ze vast de verdiende aandacht trekken.
Het opschrijfboekje van een paar jaar na mijn geboorte is vermoedelijk de leukste vondst.
Ik dateer het rond 1968 en is duidelijk een opschrijfboekje van zijn jaren op de universiteit.
Het beschrijft hoe een corsage gedragen dient te worden.
Hoe een sigaret of een sigaar te presenteren.
En belangrijke regels der etiquette.
Zoals "jongen eerst aan meisje voorstellen. Wachten tot meisje haar hand heeft uitgestoken."
En hoe je te kleden en te gedragen tijdens een gala.
Overhemd, los boord, ribbetje in gesteven vorm met een laag uitgesneden vest en NOOIT geen polshorloge.
Zwarte broek met zwarte lakschoenen en zwarte sokken.
 
Een bierlied voor het dispuut staat achterin.
Naast wat losse aantekeningen die een opleiding verklaren zoals "wetenschap veroorzaakt ethische vragen"
en "universiteit moet belangstelling hebben in actuele vragen"
samen met de adressen van de nog te bezoeken cafés.
Het bakelieten pennenbakje wat altijd op zijn bureau prijkte staat nu op mijn bureau.
Zijn briefopener en zakmesje daarin.
Hij stond erop in brief correspondentie aangesproken te worden met "Weledelgeleerde".
En had met de gemeente correspondentie hierover.
Hij had tenslotte niet voor niets al die jaren gestudeerd.
Geen brief werd zonder brievenopener geopend. Want het geschrevene verdient respect.
Daarom met gerust hart de schunnige limericks uit zijn opschrijfboekje herhaalt:


 
"Er was een pastoor uit Londen
die had een kapotje gevonden
hij vond het wel wat vies
maar het paste precies
en weggooien vond hij toch zonde."
Ik zie hem in gedachten grinniken tijdens het opschrijven..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten