zaterdag 10 februari 2018

Donorcodicil

Mocht ik de 118 jaar niet halen.
En plots bij het nuttigen van mijn zesde Febo kroketje met een stil hart in elkaar zakken.
Dan mag men (liefst nog wel na controle of het hart wel echt stil is blijven staan) al mijn organen aan andere geven.
Aan dunne mensen offer ik graag wat buikvet op.
Doe gerust, er is genoeg.
Mijn ogen willen best nog met een frisse blik van een ander kijken.
En de oren luisteren graag naar nieuwe geluiden.
Zolang het maar geen Frans Bauer is.
Mijn lever verdraag nog best een biertje.
Het heeft daarvan nooit teveel gehad.
Wilde je graag één vinger, dan neem gerust de hele hand.
Het hart staat stil. Dus laat dat zitten.
Als was het nooit echt gebroken geweest.
Voor de rest deel uit waar behoefte aan is.
Maar laat wat nutteloos is zitten.
Laat de longen zuivere adem zuigen.
Maar pas wel op voor mijn kippenvel.
Kan zomaar chronisch blijven zitten bij een leuke meisjes lach, mooie muziek of spelende kinderen.
Geef mijn knieën aan iemand met x benen.
Lopen die eindelijk in een leven eens recht.

Bij deze dus.
Mijn donorcodicil