zaterdag 12 juli 2014

Dienstplicht (slot)

Elke ochtend in het militair hospitaal begon de dag met het temperaturen van de patiënten.
Ingevette thermometers die old school diende te worden afgelezen.
Dan pijnlijk rechtop zitten met bord op schoot voor het ontbijt.
Camouflage marmelade met groen gekookte eieren en een sneetje bruin brood.
Wit brood zou teveel opvallen in het veld.
Daarnaast heeft het een stoppende werking welke het temperaturen weer behinderd.

Dan de ochtend ronde van de artsen.
"Zo soldaat. Dat valt toch alleszins niet helemaal tegen.
Vooruit, Robert Redford zal het wel nooit worden.
Maar voor wonderen hebben we beneden de Kapel.
Een kaarsje kost twee kwartjes, maar..., ik zou als ik jou was een doosje kopen."
Waarna een zaklantaarn lampje weer in een neusgat scheen.
"Wat mij betreft voorlopig even nergens insteken, en vanaf morgen weer greppeltjes graven.
Haha
Next."

Die ochtend schreef ze haar nummer op een inderhaast afgescheurd stukje papier.
Elegante letters die danste tussen rode lijntjes.
Mijn verpleegster.
Ik mocht er nog eens bellen.
Voor iets leuks te doen samen.

De kazerne had ik alleen voor mezelf.
Iedereen zat in Duitsland en ik kon s' ochtends onder twaalf douches doorlopen.
Of in mijn eentje op appèl staan.
Dan in de avonduren met het briefje in mijn hand.
Bij elk glas bier snel de hoorn er weer op.
En pas na vier glazen de moed om niet neer te leggen.

De volgende avond een lift naar Utrecht.
Achterin een munitie truck.
Met alleen een stop voor een bosje rozen.

Daarna liefst elke week. Als mijn rooster of dat van haar het toeliet.
Mijn teruggekeerde dienstmakers vonden het wel leuk.
En ik had bijna wekelijks wel een lift.

Onder de tweede grote Duitslandoefening kwam ik niet uit.
Ik tikte nog steeds op de kazerne de orders.
En om één of andere reden.
Kwam ik terecht voor de diensten achter de bar.
Al had ik vier weken daarvoor medisch advies gevraagd over het rechtzetten van de rechter voet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten