zondag 6 augustus 2017

Prinses

Vroeger vingen we ze met een emmer aan een touwtje.
Kikkers.


Het was in de tijd dat je nog korte broeken droeg en voor niets wat leefde angst had.
De grote groene waren het lastigst. Zo gauw je met je emmer in de buurt kwam konden ze alle kanten op gaan springen.
In tegenstelling tot de padden.
Een pad vangen was geen prestatie.
Het waren lelijke beesten die amper bewogen.
En dan die wratten.
Als beginnende puber een voorbode van de jeugdpuistjes plaag die nog komen zou.


Marieke die vanaf haar geboorte blind was en braille kon lezen zei dat ze eens een heel verhaal op de rug van een pad had gelezen.
Dat er op die pad zijn rug stond gebobbeld dat er een verborgen prinses in zat die tevoorschijn zou komen als je zijn rug zou likken.


Maar daar trapte we niet in.
Een ieder wist dat er alleen magie in de groene kikkers zat.
Prachtige prinsessen kwamen daar soms uit als je ze zoende.
Al waren er ook veel kikkers bij die kikker bleven.
Ze waren ook niet altijd mooi die prinsessen.
Soms kwam er een pedant lelijke prins uit gezoend.
Maar daar mocht Marieke dan verder mee kussen.
Die zag die lelijkheid toch niet.


Nog een hele tijd leuk gezoend met zo'n prinses uit een kikker.
Ze mocht ook mee naar huis voor een boterham.
Maar ja. Er blijft toch een beetje een slootjeslucht omheen hangen.
En mijn moeder vond ze niet fris..
Dus na een paar dagen heb ik haar maar teruggezet.


Zat er vanmiddag één op de rand van de vijver.
Magisch groen met zwarte stippen.
Maar het bleef een kikker zelfs na wat tongen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten