zondag 15 februari 2015

Hart

Onderweg naar Tilburg.

Op het station in den Bosch kom ik een geel zwart gestreepte hommel tegen met een biertje in zijn hand.
Zoem zegt ie vriendelijk en loopt voorbij.
Het is een royalty trein waar ik in zit.
Prins den irste en den twide stappen in. De medailles en oorkondes rinkelen vriendelijk als ze me begroeten.
 

Een man draagt een blote billen masker op zijn hoofd. Het elastiekje zit te strak achter zijn oren. Het lijken twee rode zeiltjes die aan de zijkant boven de wangen zijn opgeplakt. 

Vreemde omgeving om op ziekenbezoek te gaan. In het oude Maria ziekenhuis ligt mijn vader aan een machine die voortdurend ping zegt. Slangetje bij de neus met verse lucht. Eigen risico is vast voor het hele jaar verbruikt grapt ie.
Stoned op doktersrecept.

Wordt je niet gek van dat geluid vraag ik. Maar zolang het berglandschap op het beeldscherm piep blijft zeggen gaat het goed. Mijn zus heeft worstenbroodjes meegenomen. Brabants genoegen rond het ziekenhuisbed. Onder alle omstandigheden blijven lachen.


De volgende dag 

Op de eerste verdieping staat een nieuwe vader een stapel roze enveloppen te posten.
Beter de trap dan de lift zei mijn google fit.
Buiten adem kom ik op de vijfde verdieping aan.
Bonzend hart in de keel op de juiste afdeling voor de hartbewaking.

Aan de overkant van mijn vaders kamer is paniek.
Rennende zusters duwen een karretje naar binnen.
Het gordijn gaat dicht.


Vandaag staat in het teken van plaspillen.
Verrektes wèhnig zuipeh en veul gezèèk, op zijn plat Tilburg's.
Het hartritme is nog steeds bijna twee keer te hoog en er gaat meer vocht in dan uit.
Op de muur tegenover het bed hangen twee enorme compilatie foto's van de achterkleinkinderen.
Die zie ik niet meer groot worden zegt mijn vader.
Ik ook niet zegt mijn moeder.
Groter toch, zegt mijn vader.


Beneden staat een vrouw zenuwachtig te roken.
Haar man is de auto wegzetten.
Ze gaat oma worden.
Den irste, zegt ze.
Un jongenske, en der zen allêeneg mèède in onzen familie.
Ze moest nog wel even wachten. Kan nog wel tot de avond duren hadden ze haar dochter gezegd.
De sigaret wordt uitgemaakt waarna ze een nieuwe aansteekt.


Op de vijfde verdieping krijgt mijn vader even één van zijn achterkleinkinderen in zijn armen gedrukt.
Dat geeft een energie boost.
Hij glundert een uur lang als ze weg zijn en vult een pispot tot de rand.


Aan de overkant wordt ik aangesproken.
Kunt u me helpen mijnheer? Mijn bed staat zo recht?.
Natuurlijk zeg ik. En druk op het knopje waarop het bed zich langzaam knikt.
U bent vanochtend gebracht, zag ik.
Ja zegt ze, een hartaanval, de tweede.
Maar nou ben ik gedotterd en nou gaat het weer goed.
Ik kijk op het schermpje naast haar bed.
80 (normaal) staat er bij de hartslag.
Beterschap zeg ik en loop naar de kamer van mijn vader.
Daar staat de monitor op 130.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten