Vandaag bij de Wereld Draait door in de studio meesterkok Robbert Kranenborg.
Robbert heeft weer een recept dat bijna nergens meer op de kaart voorkomt.
Ooit kon je het overal eten, maar Robbert je komt het nergens meer tegen!.
- Inderdaad Mathijs, ik kookte het vroeger nog wel eens in het restaurant "Het waterkonijn" in België, maar dan praat ik over dertig jaar geleden.
- En eigenlijk kom ik het nergens meer tegen. Terwijl Mathijs, het toch echt smullen is.
Hou ons niet langer in spanning Robbert, en vertel... wat ga je voor ons maken?.
- Nou Mathijs het is de "lait avec une feuille de" oftewel pudding met een vel.
- Het moet dan wel vanille custard pudding zijn Mathijs met een vel van minimaal een halve centimeter dik.
- Vroeger veel gegeten in Nederlandse huisgezinnen in Brabant, Zeeuws Vlaanderen tot ver in België.
- En bij een enkel frietkot langs de A2.
- je begint met een liter melk.
- Dit breng je aan de kook.
- Net als het begint te koken gooi je er een pakje Sanoma custard doorheen.
- Gewoon bij de supermarkt te krijgen en volledig meesterschef waardig.
- Je klopt de melk en het poeder door elkaar en laat het dan in een koelkast afkoelen.
- Hoe sneller je het laat afkoelen hoe beter.
- De net aan de kook gekomen melk vormt dan een vel bovenop de pudding waar aan tafel om gevochten dient te worden.
- In oud Brabantse gezinnen was het gebruikelijk elkaar met een lepel met doperwtjes, aardappelpuree of groene kool te bekogelen.
- Nooit vlees of vette jus want dat was gewoon zonde en veels te lekker.
- Maar met name de groene kool was voedsel waarmee men goed mikken kon, en eigenlijk alleen geschikt zoals je weet voor lelijke konijnen.
- Het hoofd van de tafel, meestal de vader van het gezin bepaalde dan de winnaar.
- Die mocht dan als eerste het vel opslurpen uit de pan.
Geweldig Robbert, en ik zie dat je twintig pannen in de koelkast voor ons hebt voorbereid.
- Inderdaad Mathijs, ik heb voor al het aanwezige publiek voldoende custard pudding, met vel.
- En dan leek het me leuk dat iedereen even meedeed.
- Zie hier een pan met groene kool en vijfentachtig lepels.
- Ik stel voor Mathijs dat jij na de uitzending de winnaars bepaald?
Op het nieuws vandaag het bericht dat er steeds minder discotheken zijn.
Aan mij zal het niet gelegen hebben.
Het is nog wekelijks dat ik me in mijn witte stretchbroek met wijde witte pijpen hijs.
Bijpassen glitter gilletje onder het witte jasje en de haren stevig in de gel.
De zwarte dansschoenen met metalen hakken kondigen vrolijk klikkend mijn binnenkomst aan.
En dan gaat het los.
Ik begin meestal met een simpele spreidsprong vanaf de bovenste etage naar de dansvloer.
Wacht even tot de volgspots mijn glitterjasje hebben gevonden en trek dan uit de steeds wijder wordende kring om me heen een twintigjarig gestylde vamp uit het publiek.
Ik heb mijn danspartners graag van onder de vijfentwintig want je tilt je bij de lifts anders een breuk en de botten zijn nog soepel.
Het blijft wel altijd even lastig dansen met tieners.
Meestal komen ze pas na een uur of elf op gang en blijkt het dansen niet meer te zijn dan "Nordic Walking" zonder stokken.
Gelukkig ken ik mijn klassiekers en mix de zumba, salsa, rumba en vogeltjesdans met mijn gangnam invloeden tot een nieuw uitgevonden beweging.
Een enkele keer wordt ik dan vriendelijk gevraagd het wat rustiger aan te doen.
Omdat bij wat minder ruimte een enkeling door een danspas elleboogstoot tegen de vloer gaat of omdat er een danspartner bij het landen een tafeltje verbrijzeld.
Maar goed, ik snap het best.
En ik heb de bakens al verzet.
Morgen trek ik mijn witte cowboypak aan met witte glitter sombrero.
Zwarte laarsjes onder de brede glitterriem, en dan in het buurthuis lekker line dancen.
Ik zag al dat ze in het zaaltje een verdieping hebben.
Laatst was ik weer in mijn geboorteplaats.
Verkeerd gereden uiteindelijk naar mijn oude buurt om vanaf daar de weg terug te vinden.
Meer dan zevenentwintig jaar afwezigheid bracht me in een nieuwe wereld.
Niets was meer wat het was.
De flat waar ik vanaf beneden onbereikbaar Kitty Oskam adoreerde was nieuw geschilderd.
Op haar oude balkon stond nu een schotelantenne.
Het bos waar we speelde was grotendeels gekapt en bebouwd.
Mijn oude lagere school is verdwenen.
Alleen een braakliggend veld met daarvoor het betonnen beeld waar de schoolfoto's jaarlijks gemaakt werden.
Blijkbaar wonen er geen kinderen meer, ik zag er nergens spelen.
Ik stopte even voor mijn ouderlijk huis.
Onze oude voortuin was door de nieuwe bewoners volledig bestraat.
De door mijn moeder gekoesterde blauw-roze azalea zal niet in de smaak gevallen zijn.
Mijn oude dakraam was nog steeds hetzelfde.
Op zonnige dagen zag ik vanaf daar Rolands moeder ochtends in de tuin rondscharrelen.
Slechts gekleed in een loszittend witte ochtendjas die ik eenmaal open waaien zag.
Iets wat zich ondanks dagelijks kijken nooit meer heeft herhaald.
Je kocht een ijsje voor een kwartje.
Zaterdags met gekregen zakgeld van mijn moeder.
Of drie belga kauwgums met een tattoo plaatje voor je arm.
Je kocht ze bij de Aral benzinepomp aan het eind van de straat om de bocht.
De kauwgom niet meer te krijgen en op de plek van de Aral een nieuw huizenblok.
Het is mijn oude buurt niet meer.
Ik probeer vanaf mijn oude huis het centrum te bereiken.
En verdwaal hopeloos in nieuw gebouwde straten en omgelegde wegen.
Ik voel me een vreemde in mijn oude stad.
Onderweg vraag ik iemand de weg.
Een oude man stapt van zijn fiets.
"Ge zeit verkird, ge moet langs die-en kaant, ze zen bizig op die-en weg doar."
"Wacht maar efkes ik zal oew een stukske opweeg helpe."
Mijn hoofd vertaald automatisch.
De man rijd ons voor de auto uit, wijst de straat die we moeten hebben, steekt zijn hand op en zegt "houdoe".
"Houdoe", zeg ik automatisch.
En voel me toch een beetje thuisgekomen.
Even lekker in het september zonnetje in de tuin bezig.
Mijn haar wordt perfect in model gehouden door tientallen haarnetjes.
En hoewel ik graag zing onder het snoeien heb ik na drie kruisspinnen ingeslikt besloten dit vandaag achterwege te laten.
De buren moeten het dit keer maar met hun eigen radio doen.
De hond drentelt om me heen.
Ze is inmiddels de veertien gepasseerd en zou in mensen jaren over een rollator en een aanleunwoning moeten beschikken.
In haar ogen begint zich het witte melkvlies van staar te vormen. En alleen op armlengte afstand gegeven commando's komen door.
Want ook het gehoor ging met het rijzen der jaren achteruit,
Toch is ze verder gezond en scherp gespitst op het vallend snoeihout.
Soms verbergt zich daartussen een vette bolle kruisspin die tussen haar kaken vrolijk knappende geluidjes maakt.
Haar keuze in voedsel is er met de jaren niet op vooruit gegaan.
Een weggeworpen bal blijft ze kwispelend nastaren tot je die voor haar ophaalt, maar een spin zal haar niet gauw ontsnappen.
Ze worden wel steeds groter die spinnen.
Schijnt te maken te hebben met de zachte winters.
In de huiskamer ving ik laatst een tien centimeter groot exemplaar.
Ik kreeg vanaf een hoog gelegen positie het commando mijn echtelijke plicht te doen en het beest te vangen of te doden.
Een klopjacht van drie katten een hond en een aan stok gebonden blauwe emmer volgde.
Het spinnenbeest werd uiteindelijk met een poot minder over de schutting bij de achterburen gekiept.
Hun huis staat te koop en zal na een bezichtiging door de tuin de komende tijd wellicht nog wat langer in de verkoop blijven.
Na drie heerlijke rustige weken vandaag weer naar het werk.
Het is mistig vanochtend en een stoet slingerende brugklassertjes fietst voor me uit.
De Ritalin is nog niet ingedaald want ze stuiteren schreeuwend zakken chips delend over het polderpaadje.
Het moet hun eerste schooldag zijn.
De tas achterop de fiets is bijna net zo groot als de leerling die ze voort-trapt.
Alle boeken in de veel te kleine boekentas gepropt en het snelbinderelastiek strak gespannen.
Achter me toetert luid een invalidenwagentje.
Twee snotneuzen scheuren met hiphop bonkende bas voorbij in een blauw blikken koektrommel.
Vijfenveertig kilometer per uur staat er achter op het kofferdeksel van het voertuig.
De menigte brugpiepers kan het autootje net ontwijken.
Vijfhonderd meter verder rijd ik er langs.
Het invalidenwagentje staat gekreukeld tegen een knotwilg te roken.
Een jongen staat er hevig bij uit zijn neus te bloeden.
"Nee man het is alleen mijn neus, je hoeft niet te bellen."
De ander staat met een telefoon in de hand naar het schermpje te kijken, twijfelend wat te doen.
"Laat eens kijken" zeg ik, terwijl ik van mijn fiets afstap.
"Oei jochie, daar zou ik even naar laten kijken."
Onder zijn hand zit een scheef staande neus.
"Had ik ook eens, zo'n neus. Geen zorg, dat fixen ze in het ziekenhuis wel."
"Hebben ze nog leuke verpleegstertjes ook."
"Maar bel eerst maar eens naar huis, zeg ik tegen de ander die nog steeds naar het schermpje op zijn telefoon kijkt."
"Of zal ik even bellen?"
Ik rijd pas weg als ik hem tegen zijn moeder hoor zeggen hoe rustig ze reden en dat het misschien de mist wel was.
Even later zijn pa en ma onderweg.
Het autootje staat doorgezakt met geknakt wiel en harmonica voorkant te wachten.
Ik steek mijn hand op, "geluk jongens."
Een saai begin van een eerste werkdag.
De regel voor een opruimdag is eigenlijk heel simpel.
Alles waar je een jaar of langer niet naar omgekeken hebt of niet gebruikt hebt gaat weg.
Tenzij je verwacht een voorwerp het komende jaar niet meer te gebruiken.
Dan mag het ook weg.
De zeshonderd kindertekeningen die stof staan te vangen op zolder gaan in de shredder.
Het kinderledikant bij gebrek aan kleinkinderen in mootjes in de haard.
De al zestien jaar niet meer in de mode zijnde tuinstoelen naar de kringloopwinkel.
En de oranje WK vlaggetjes, oranje juichpak en wuppies in de textielbak.
We hanteren de regel strikt.
De prullaria met name door mijn vrouw verzameld van schattige babykleertjes, wiegjes en kinderknutselwerk gaat naar de vuilstort.
De collectie door haar gekoesterde quilt stofjes, handwerk lapjes en breiwol ook.
Ze protesteert, maar ik houd voet bij stuk.
Die zolder zal leeg.
Op de collectie langspeelplaten uit mijn jeugd na natuurlijk.
Dat zou zonde zijn.
Daarbij, er zijn grenzen.
Mijn vrouw zit achter het stuur.
Op de vuilstort aangekomen wordt ik achtergelaten bij het grof vuil.
Ze wilde de opruimregel namelijk strikt hanteren.
En rijd lachend weg.
Mocht er iets opwindends gebeuren kun je er je verhoogde hartslag op aflezen.
En het laat zien hoeveel stappen je op een dag doet.
Dat het zestien stappen is naar het koffiezetapparaat.
En twaalf naar het toilet.
Vanaf waar je geswiped of geswaffeld op het schermpje kunt kijken wat voor weer het morgen wordt.
De nieuwe "Apple Watch".
Vandaag gepresenteerd.
Een kek schermpje aan een bandje om je pols.
In vierkantig rechthoek, met straks zelfs gouden bandjes voor de echte pleps.
Even opladen en gewoon een hele dag met je pols bellen.
En de volgende dag opnieuw opladen.
Of niet bellen en swippen, dan doet ie het wel drie dagen achter elkaar, zonder opladen.
Hij waarschuwt je als je je beroerd voelt.
Lig je kotsend boven een emmertje.
Ziet dat horloge gewoon dat je waarschijnlijk onwel bent.
En dat is reuze handig.
Hij is wel een beetje dik.
Maar ja, hee hij doet het dan ook wel één hele dag zonder opnieuw opladen.
Moet je eens met een gewoon horloge proberen.
En handig.
Voel je dat trillen in je broekzak.
Of je hoort een ringtone vanaf je bureau.
Kijk je op je horloge om het te controleren.
En zie je daar gewoon dat je gebeld wordt.
Handig!!.
En last but not least.
En dat is echt revolutionair.
Aan de zijkant zit een knopje.
Druk je dat in.
Kun je gewoon op elk moment van de opgeladen dag zien hoe laat het is.
Realtime. terwijl het gebeurt.
Ik wil hem ook. Maar pas in midden 2015 beschikbaar.
Dus ik stel het alarm op mijn automatic quartz horloge vast in voor over 187 dagen.
Zonder batterij doet ie het nog zeker wel tot die tijd.
Dus dat moet lukken.
Het zeven jaar geleden geplaatst schuurtje gaf toch nog wat problemen.
Het kunstig geteerde dak bleek niet helemaal waterdicht.
Om niet weer een zwarte pieten discussie op gang te brengen en met teer aan de gang te gaan besloot ik deze keer het dak te voorzien van golfplaten.
Gegolfde platen die kant en klaar handig opgebracht direct de ondergelegen schuur wind en waterdicht houden.
Het handige 2 bij 2 en een halve meter grote schuurtje moet namelijk later als mijn atelier gaan fungeren.
Nu wordt er nog tuingereedschap in opgeslagen en is het de winterstalling voor de tuinstoelen, tafels en uitgebloeid spul.
Maar straks zo tegen mijn pensioen komt er een schildersezel in te staan en een typemachine.
Ik maak er dan kunstig doorwrochte gedichten op de Underwood typemachine en schilder een landschapje of naaktmodel in de tuin.
Niet dat ik nu enig tekentalent bezit, maar ik voel dat er een creativiteit zit te borrelen die straks in streken olieverf zijn weg op het doek zal gaan vinden.
Een kekke blondine of roodharige nimf gedrapeerd op de tuintafel zal ik dan gaan vereeuwigen op het geduldige linnen.
Ik zie mezelf dan ook met een morsige baard gevuld met stukjes geel en rood in een scherpe priemende blik met de vingers een kader maken.
Glurend hierdoor met half dichtgeknepen ogen mompel ik dan instructies om het model zo bevallig mogelijk neer te zetten.
Uren kliederen, met allerlei tubes olie houdende verf.
En dan een schilderij afleveren met daarop één enkele rode en gele streep.
En een blauw puntje in het midden.
Als ik dan in het stedelijk hang naast Marlene Dumas en Barnet Newman komt Joost Zwagermand bij de Wereld Draait Door vertellen over hoe ik het bedoeld heb.
Dat ik mijn modellen altijd in onmogelijke niets verhullende poses liet poseren.
En dat ik deze bloedmooie dames dan alleen in een streepje van rood en geel neerzette.
Om zo de vrouw als lustobject te on-personificeren. Maar wel dat je ziet dat het een streepje rood is, waar geel net als het model een beetje tegen aanhangt.
En om dat geheel dan geniaal verpletterend af te maken met één enkel helblauw stipje.
Doet toch zomaar een tonnetje of twee zo'n model van een "van Hestje".
En erg gewild bij de verzamelaars.
Jammer dat "van Hest" na tien verkochte schilderijtjes met zijn vrouw op wereldreis is gegaan.
Volgens zijn zeggen, om nieuwe indrukken en inspiratie op te doen.
Zo af en toe laat hij nog wat van zich horen.
Via een hand getypte Haiku (Japans gedicht) uit een ver en warm land.
Ach oud schuurtje
een enkele streek op doek
als zoete broodjes
in zomer gebakken
geflikt in levensherfst
als schilderkunstje.
De douane deed wat moeilijk over de Mud aardappelen.
En ook de twaalf blikken kapucijners met spek kwamen niet door de scanner.
Het zal dus de plaatselijke cuisine worden.
De Febo zal er wel geen filiaaltje hebben.
De gemiddelde temperatuur in Portugal ligt rond de 32 graden.
Voldoende om de koetjesrepen op het dashboard binnen een minuut tot chocolademelk te transformeren.
Een airco is dus noodzaak.
Het nut van een parasol aan het zwembad is overduidelijk. In 31 graden brand Neerlands melkflessen wit binnen no time tot sudderlap.
Wat schaduw is dus gewenst.
In drankjes echter ontgaat me de logica. Een parasolletje in een glas bied geen enkele bescherming.
Sterker nog hoe gekleurder het drankje eronder, hoe gevaarlijker.
Men dient ook drankjes te mijden met rietjes. Ze worden hier met vruchtjes in karaf geserveerd.
Vrolijk licht roze. Het gezonde fruit is om de aanwezige alcohol te camoufleren.
Gedronken als limonade volgt een lichte afstraffing in de vorm van dubbele tong en vreemd gezwommen baantjes in het zwembad.
Een lichte maaltijd en siësta onder de eerder genoemde parasol verhelpt dit probleem.
In heel Portugal vind men geen bouwmarkt.
Dit valt te herleiden uit de staat van de ramen en deuren in de binnensteden.
Deze zijn er slechts voor de vorm ingezet. Bij harde wind zouden de verveloze planken instorten.
In Portugal waait het echter zelden.
Slechts aan zee vind men een verkoelend briesje.
En men kent er geen inbrekers, want de meeste deuren zijn niet op slot.
In de hotels en appartementen blijft het lastig tandenpoetsen en scheren in de belachelijk lage wasbakjes direct naast het toilet.
Daarnaast heeft men deze zelden voorzien van een spiegel.
Ondanks dat vindt men weinig mannen met baarden.
Na een weekje roodverbrand weer terug in Nederland.
Het gras is doorgegroeid en dient gemaaid en de vijver bijgevuld.
De ijskast (in midden Nederland koelkast) is leeg dus de Supermarkt moet bezocht.
Een stapel ongelezen post moet doorgeworsteld en de dieren moeten vertroeteld.
De hond had onze thuiskomst vannacht niet waargenomen. Pas toen we gezamenlijk rond zijn mand stonden en zijn naam schreeuwden was het kwispelen niet meer te stoppen.
Het veertienjarig beest begint doof te worden en krijgt last van staar in de ogen.
Voor ons vertrek heeft hij een kwartier in de tuin tegen een wapperende handdoek staan te blaffen.
De katten slalommen rond onze voeten om een eventueel nieuw vertrek te beletten.
Geen zorg, het leukste van weggaan is thuiskomen.
Reizen is ontdekken hoe mooi groen het gras in je eigen omgeving eigenlijk is.
En af en toe noodzakelijk om het te herontdekken.