De aardappels moeten geoogst.
Het nog aanwezige loof is grauw en geel en probeert moedig overeind te blijven rond de plassen van de afgelopen week gevallen regen.
Ze zijn klein dit jaar. De droogte in het begin van het jaar heeft de groei geremd.
Toch weet ik met vastgezogen laarzen in de modder een kist fatsoenlijke piepertjes te verzamelen.
Een emmer krieltjes voor het opbakken ernaast.
Op mijn hoofd wat zestiger jaren Motown.
Muziek van voor de tijd van elektronisch toonvast gemaakte zangers.
Met nog door echte mensenhand bespeelde instrumenten.
Een opgegraven veenmol probeert te ontsnappen.
Onder "Aint no mountain high enough" van Diana Ross hak ik het insect onverbiddelijk doormidden.
De courgettes worden onder "Sexual healing" van Marvin Gay geoogst.
"Don't leave me this way", speelt terwijl de laatste geel geworden boontjes worden geplukt.
Thuis gekomen met alle groente moet de muzieksmaak weer even omgeschakeld.
K3 blèrt "Alle Kleuren" door de speakers in de huiskamer.
Een klein meisje in een roze tutu draait er rondjes bij.
Muzieksmaak ontwikkeld zich al op jonge leeftijd.
Mijn zussen waren als kind idolaat van "Les Poppys".
Het eindeloos herhaald singeltje "Non, Non, Rien N'a Changé" grijsgedraaid op de koffergrammofoon dreef me tot waanzin.
Behalve dat het een hoog oorwurm gehalte had, was het ook nog eens in onverstaanbaar Frans.
En werd het gezongen door een alleen maar leuke jongens kinderkoor.
In Amsterdam deelde ze op mijn leeftijd handtekeningen uit aan dwepende meisjes in de platenzaak van Willy Alberti.
Dat wilde ik ook.
Maar dan niet met van die dreinerige flut muziek.
Het blijkt 1971 te zijn geweest. Mijn negende levensjaar.
Er werd kwaliteitsmuziek gemaakt die periode. Manuela van Jacques Herb bereikte de eerste plaats in de hitparade.
Gevolgd door het nog steeds op begrafenissen populaire "Waar heen waarvoor" van Mieke Telkamp.
Ik luisterde intussen naar de Beatles, Stones, Pink Floyd en Creedance Clearwater op mijn kamertje.
En kocht mijn eerste plaat van JJ Cale.
Wat was jou eerste singeltje? Vraag ik Anita.
Het blijkt "Oei Oei dat was me weer een loei" van Johan Cruyf te zijn.
Gekocht toen ze acht was.
Bijzonder, en het kan dus toch nog goed komen.
Ik heb hem nog even opgezocht, het lied van Johan Cruyf.
Het was zijn enige plaatjes ooit gemaakt.
De vele opname lukte pas na veel drank om de zenuwen te bedwingen.
En moest na zijn transfer naar Spanje met veel bier en jenever nog eens over.
Vertaald naar "Oh, oh, oh, yet another blow" werd het daar nog aardig verkocht.
Gelukkig maar, anders was hij vast aan armoede gestorven.
"Alle kleuren" van K3 wordt gevolgd door "Mamase Mamasa Mamakusa".
We mogen meedansen.
Vooruit dan maar, ik weet het komt toch wel goed.