Oma heeft nu ook een gehoorapparaatje.
Opa had er al één. Maar hard praten was evenwel gewenst.
Als er een wedstrijd was kon je die vanaf de weg al horen.
Zo'n honderd meter van het huis.
Oma ging naar de audicien. En opa moest gelijk maar mee.
De man van de winkel deed wat testjes en nu zijn die van hem dan ook vervangen.
Wat schorre kelen scheelt.
Ze kregen er beide een handige afstandsbedieningkje bij.
Voor het bedienen van de oren.
Hoefde die niet met zijn knokige vingers de knopjes te zoeken achter zijn hoofd.
Maar kan die ze op afstand instellen.
Alleen jammer van die kleine toetsjes.
Veel te klein voor zijn arbeidershanden, die met de leeftijd tot hamers zijn vergroeid.
Je ziet dan oma soms uit haar stoel op springen.
Omdat opa de verkeerde afstandbediening pakt.
En verontwaardigd mompelt waarom dat ding niet naar behoren werkt.
Terwijl Ajax met orkaankracht tien in oma's oren tettert.
Het is nog even wennen dus.
En soms ook handig.
Omdat ze bij het kibbelen soms even elkaar uit kunnen zetten.
Dan heerst er volstrekte rust.
In het Kamerikse polderlandschap.
Intussen was ik bij mijn vader op bezoek.
Die was na een aantal dagen nog steeds niet bekomen van de schrik.
En misselijk van de onderzoeken.
Een lange dokter kwam uitleggen wat er scheelde.
En dat hij vooral rust nemen moest.
Ook iets met water in een douche dat door een drempel wordt tegengehouden.
Je weet dat het water er is. En dat het een keer gaat overstromen.
Maar dat daar eerst die drempel ligt.
Hij sprak vooral in metaforen, dat scheelt vertellen wat er werkelijk is.
Hij mocht weer gauw naar een normale kamer.
Zonder uitgebreide piepjes en iemand die je moet helpen naar het toilet.
En veel praten met mensen die dat kunnen, over wat er allemaal is, en hoe daar mee om te gaan.
De zuster was de eerste die aan mijn moeder vroeg.
"Maar hoe is het nu met u?"
Mijn moeder die nog van voor de oorlog is.
Toen ze dingen nog uit één stuk maakte om nooit kapot te gaan.
Ze zei alleen "goed".
Middags rookte ze even een sigaretje bij de afzuigkap.
Want ook al is hij er niet. Anders gaat het huis zo stinken.
We lunchte daarna samen met mijn zus bij de Italiaan.
Een half broodje met salade voor mijn Moeder. Een bord pasta voor mij. En iets met vis voor mijn zus.
Ze eet wat minder las ik van de week al op de familie tamtam app.
De helft van de sla gaat terug.
Ik las het al tussen de koetjes en kalfjes gesprekken door.
Ze maakt zich zorgen.
Vandaag zag ik dat hij naar die andere kamer mocht.
De misselijkheid was over. En mijn moeder smokkelde vast uit de kantine een kroket.
De kleinkinderen zouden met mijn moeder naar het ziekenhuis fietsen.
En vanavond drinken ze even koffie en eten een hapje mee.
Morgen mag misschien één van de achterkleinkinderen komen.
Scheelt een heleboel gesprekjes met een psycholoog over de zin van het leven.
En een handvol medicijnen deze week.
Opa had er al één. Maar hard praten was evenwel gewenst.
Als er een wedstrijd was kon je die vanaf de weg al horen.
Zo'n honderd meter van het huis.
Oma ging naar de audicien. En opa moest gelijk maar mee.
De man van de winkel deed wat testjes en nu zijn die van hem dan ook vervangen.
Wat schorre kelen scheelt.
Ze kregen er beide een handige afstandsbedieningkje bij.
Voor het bedienen van de oren.
Hoefde die niet met zijn knokige vingers de knopjes te zoeken achter zijn hoofd.
Maar kan die ze op afstand instellen.
Alleen jammer van die kleine toetsjes.
Veel te klein voor zijn arbeidershanden, die met de leeftijd tot hamers zijn vergroeid.
Je ziet dan oma soms uit haar stoel op springen.
Omdat opa de verkeerde afstandbediening pakt.
En verontwaardigd mompelt waarom dat ding niet naar behoren werkt.
Terwijl Ajax met orkaankracht tien in oma's oren tettert.
Het is nog even wennen dus.
En soms ook handig.
Omdat ze bij het kibbelen soms even elkaar uit kunnen zetten.
Dan heerst er volstrekte rust.
In het Kamerikse polderlandschap.
Intussen was ik bij mijn vader op bezoek.
Die was na een aantal dagen nog steeds niet bekomen van de schrik.
En misselijk van de onderzoeken.
Een lange dokter kwam uitleggen wat er scheelde.
En dat hij vooral rust nemen moest.
Ook iets met water in een douche dat door een drempel wordt tegengehouden.
Je weet dat het water er is. En dat het een keer gaat overstromen.
Maar dat daar eerst die drempel ligt.
Hij sprak vooral in metaforen, dat scheelt vertellen wat er werkelijk is.
Hij mocht weer gauw naar een normale kamer.
Zonder uitgebreide piepjes en iemand die je moet helpen naar het toilet.
En veel praten met mensen die dat kunnen, over wat er allemaal is, en hoe daar mee om te gaan.
De zuster was de eerste die aan mijn moeder vroeg.
"Maar hoe is het nu met u?"
Mijn moeder die nog van voor de oorlog is.
Toen ze dingen nog uit één stuk maakte om nooit kapot te gaan.
Ze zei alleen "goed".
Middags rookte ze even een sigaretje bij de afzuigkap.
Want ook al is hij er niet. Anders gaat het huis zo stinken.
We lunchte daarna samen met mijn zus bij de Italiaan.
Een half broodje met salade voor mijn Moeder. Een bord pasta voor mij. En iets met vis voor mijn zus.
Ze eet wat minder las ik van de week al op de familie tamtam app.
De helft van de sla gaat terug.
Ik las het al tussen de koetjes en kalfjes gesprekken door.
Ze maakt zich zorgen.
Vandaag zag ik dat hij naar die andere kamer mocht.
De misselijkheid was over. En mijn moeder smokkelde vast uit de kantine een kroket.
De kleinkinderen zouden met mijn moeder naar het ziekenhuis fietsen.
En vanavond drinken ze even koffie en eten een hapje mee.
Morgen mag misschien één van de achterkleinkinderen komen.
Scheelt een heleboel gesprekjes met een psycholoog over de zin van het leven.
En een handvol medicijnen deze week.