Deel 1
Een stukje lopen naar de rand van het dorp ligt een volkstuinen complex.
Een stukje lopen naar de rand van het dorp ligt een volkstuinen complex.
Je ziet er vaak oud gebogen mannetjes wroeten in de aarde,
of worstelen met een bos radijs.
Mijn oudste zoon heeft er zich ingeschreven voor een stukje
moestuin.
Als de jongste van het dorp.
Dat je spitten met de hand moest doen, en onkruid wekelijks
moest wieden.
Oh ja en Cannabis, Skunk en Arabia waren verboden, mocht ie
daarop zijn zinnen hebben gezet.
Want de jaren zestig, mijn god die jaren zestig, die waren
echt nu wel voorbij.
Maar hij had hun bezwaren weggewoven en verteld van zijn
vader die altijd een bloemenzaak had gehad.
En plantjes in het latijn kan benoemen, waardoor ze mooier
klinkend groeien.
En zijn moeder was uit een kool geboren en rook naar velden
madeliefjes.
Zij kookte dagelijks vers, met groente van het land. En heeft een tuin met duizend bloemen.
Daarnaast snijd ze haar spinazie zelf.
En hoewel correct was hij zes toen ik met de verkoop en
kweek van bloemen stopte.
En komt de spinazie bij ons uit het diepvriesvak, vers
gevroren door IGLO.
Met net als het meeste groen vanuit de supermarkt.
Maar hoe dan ook het was bedaard besproken en de commissie
had beslist.
Er was een plekje vrij gekomen.
Dus of ie het nog zeker wist.
Dan kon die gaan beginnen.
We troffen negentig vierkante meter aarde aan.
Een rechthoek sprietig zwarte aarde.
Gelegen tussen twee vers gespitte percelen.
Als een soort wadloopgebied waarop zich net de zee had
teruggetrokken.
Met poeltjes vers bevroren water, genoeg voor een Fries om
schaatsen te doen halen.
Beetje vochtig misschien, mompelde ik opbeurend, en trok met
een besokte voet een laars uit de aarde.
Mijn zoon intussen verdeelde de grond al met zijn ogen.
Kijk, hier de boontjes op een stok.
En mais, pap, dat leek me ook wel wat. Voor popcorn bij de film.
Erwtjes, wortelen en aardbeien.
En kool veel kool want die doet het altijd wel.
Behalve dan groene, die alleen goed is voor lelijke
konijnen.
En het scherpen van de schoffel.
Goed, zei ik, gefeliciteerd je hebt een "Hof".
Zo een als al mijn ooms eens hadden.
En ikzelf toen ik tiener was.
Voor voeding van maag en geest, en om even weg te zijn van
dagelijkse sleur en gezeur.
Al stond bij mijn ooms soms onderweg naar "de Hof",
tegen de muur van het café, wel erg veel tuingereedschap.
Uiteindelijk voedde d’n Hof daar, hele gezinnen.
Maar nu vriest het.
En daaronder is het nat.
Dus nog niets mee te beginnen.
We bestellen eerst eens wat zaad.
En gaan volgende week als het droog is, en de Elfstedentocht
geweest, de aarde te lijf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten