Negenentachtig jaar.
Natuurlijk zelf het vieringtrapje op om de kerstverlichting te halen.
Stommelend op zoek naar twee pieken voor wellicht een nog te zetten boom.
Bij het naar beneden lopen mist hij een aantal treden en valt.
Ik hoor mijn vrouw die mijn naam schreeuwt, ik laat alles vallen en sprint naar boven.
Hij ligt op zijn rug zwaar te ademen.
Ze beweegt hem zich op zijn zij te draaien.
Ik zie wat bloed vanuit een snede op zijn achterhoofd op het tapijt druppelen.
Hij probeert overeind te krabbelen.
Niks aan de hand, bromt ie.
Waar al dat gedoe om hem heen voor nodig is.
Je bent gevallen, zeg ik.
Onzin hoor, niks aan de hand antwoord ie.
Jawel zeg ik weer, je bent gevallen. En je hebt een gat in je hoofd.
Hij ziet het rode plasje op het tapijt en vraagt verontwaardigd waar dat nou weer vandaan komt.
Van je hoofd, zegt mijn vrouw.
We gaan naar het ziekenhuis.
Omzichtig proberen we hem drie keer uit te leggen dat hij gevallen is.
Dat we willen dat er een dokter naar de eng brede snee op zijn hoofd kijkt.
Hij kan volgens hemzelf onmogelijk gevallen zijn.
En is de gehele gebeurtenis kwijt.
We zoeken zijn verzekeringspasje en dwingen hem toch maar mee te gaan.
In het ergste geval zijn wij hartstikke stom en brengen we hem er voor niets heen.
Zul je die dokter zien lachen om die domme mensen die met een sneetje voor een pleister langs komen.
Hij laat zich ompraten.
In het ziekenhuis vraagt de arts hem zijn vinger met de ogen te volgen.
Zijn handen voor zich uit houden en omkeren gaat niet.
Maar dat ging al niet meer sinds 1975.
Een ongelukje in de fabriek met zijn schouders.
Welke dag is het vandaag? vraagt de arts.
Zaterdag zegt hij resoluut, morgen speelt Ajax.
Knijp eens in mijn handen vraagt de arts.
Ik zie een grimas op het gezicht van de arts en een twinkeling in de ogen van mijn schoonvader.
Nou dat gaat nog prima, zegt de arts.
We hechten de snee op uw hoofd en maken een foto om te controleren dat alles nog prima in orde is.
We wachten op de uitslag van de foto.
Heb je honger? vraag ik. Het is inmiddels twee uur middags.
Nee, zegt ie. Straks tosti's maken.
Het is zaterdag, herinner ik hem, net als een aantal uren eerder aan de koffietafel.
Oh ja, soep vandaag zegt ie.
Zondags tosti's.
Morgen speelt Ajax.
Op de foto's is niets te zien, we kunnen weer gaan.
Onderweg naar huis vraagt ie zich af waar die pieken nou toch gebleven zijn.
We kopen wel een nieuwe zeg ik. Als dat nodig is.
En verstop voor de zekerheid de stok om de vieringtrap los te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten