Kijk jochie...
Een schoen zetten is een gewichtige zaak.
Behalve de maat en vorm de algemene staat en kleur van de schoen, is de zet-frequentie een belangrijk punt.
Want hoe vaak zet ik mijn schoen?
Ikzelf zette elke dag mijn schoen.
Ik had maar één paar, en speelde graag buiten.
Dus ze waren niet altijd even schoon.
Maar via Johanneke uit mijn klas die weer met Juf Ans had gesproken die zoende met meester Bert, begreep ik dat de pieten ze graag met een spatje modder zagen.
Eigenlijk was de regel volgens haar, hoe viezer klaargezet, hoe beter.
Hoe dan ook, bijna dagelijks zat er s’avonds klaargezet, s'ochtends wel wat in de tenen.
Soms was het één enkele verdwaalde pepernoot, (ze hebben niet altijd tijd) maar soms ook iets bijzonders.
Een zak dropveters bijvoorbeeld of een paar echte veters, het alfabet aan chocoladeletters en zelf een keer een Friese sta-klok.
Maar dat moet de eerlijkheid gebieden. Die stond onder mijn schoen. Want helemaal erin passen deed ie niet.
Ook tekeningen in de schoen zijn belangrijk.
Maar houd er rekening mee. Die pieten zien er natuurlijk zo'n 225422 per dag.
Dus het moet wel een beetje bijzonder kunstwerk zijn.
De voorstelling hoeft niet altijd iets voor te stellen.
Een jongetje uit mijn klas had bijvoorbeeld een héééél groot schilderij gemaakt.
Met alleen maar Rood, Geel en Blauw. Eigenlijk alles rood met een streepje blauw en een dun streepje geel.
Hij kon beroerd slecht tekenen maar woonde wel naast een verfwinkel.
Hoe dan ook, met angst en beven heeft hij die avond dat schilderij in zijn schoen gedaan.
En wat denk je?
Hangt nu in het Rijksmuseum en kost een miljoen of zeven.
Leverde hem toentertijd toch maar mooi drie chocolademuizen en een chocokikker op.
En zo zie je dat je niet bang hoeft te zijn voor wat je maakt, ook al is het alleen maar rood met een streepje blauw en geel.
Als het maar iets bijzonders is.
Nou dacht ik, ik heb nog een oude behangrol liggen.
Helemaal wit. En kwasten met veertig soorten verf.
Doe jij mijn oude stofjas aan en dan gaan wij vanavond eens even scoren bij die oude baas en zijn Pieten.
Zet ik mijn werkschoenen naast de jouwe, en wie weet zit er morgen een speculazen reus in onze schoen, en hangt de behangrol in het Rijksmuseum naast de Nachtwacht.
Of naast die "who's afraid of red, yellow and blue".
Ga jij vast beginnen, bel ik in tussentijd het museum.
Een schoen zetten is een gewichtige zaak.
Behalve de maat en vorm de algemene staat en kleur van de schoen, is de zet-frequentie een belangrijk punt.
Want hoe vaak zet ik mijn schoen?
Ikzelf zette elke dag mijn schoen.
Ik had maar één paar, en speelde graag buiten.
Dus ze waren niet altijd even schoon.
Maar via Johanneke uit mijn klas die weer met Juf Ans had gesproken die zoende met meester Bert, begreep ik dat de pieten ze graag met een spatje modder zagen.
Eigenlijk was de regel volgens haar, hoe viezer klaargezet, hoe beter.
Hoe dan ook, bijna dagelijks zat er s’avonds klaargezet, s'ochtends wel wat in de tenen.
Soms was het één enkele verdwaalde pepernoot, (ze hebben niet altijd tijd) maar soms ook iets bijzonders.
Een zak dropveters bijvoorbeeld of een paar echte veters, het alfabet aan chocoladeletters en zelf een keer een Friese sta-klok.
Maar dat moet de eerlijkheid gebieden. Die stond onder mijn schoen. Want helemaal erin passen deed ie niet.
Ook tekeningen in de schoen zijn belangrijk.
Maar houd er rekening mee. Die pieten zien er natuurlijk zo'n 225422 per dag.
Dus het moet wel een beetje bijzonder kunstwerk zijn.
De voorstelling hoeft niet altijd iets voor te stellen.
Een jongetje uit mijn klas had bijvoorbeeld een héééél groot schilderij gemaakt.
Met alleen maar Rood, Geel en Blauw. Eigenlijk alles rood met een streepje blauw en een dun streepje geel.
Hij kon beroerd slecht tekenen maar woonde wel naast een verfwinkel.
Hoe dan ook, met angst en beven heeft hij die avond dat schilderij in zijn schoen gedaan.
En wat denk je?
Hangt nu in het Rijksmuseum en kost een miljoen of zeven.
Leverde hem toentertijd toch maar mooi drie chocolademuizen en een chocokikker op.
En zo zie je dat je niet bang hoeft te zijn voor wat je maakt, ook al is het alleen maar rood met een streepje blauw en geel.
Als het maar iets bijzonders is.
Nou dacht ik, ik heb nog een oude behangrol liggen.
Helemaal wit. En kwasten met veertig soorten verf.
Doe jij mijn oude stofjas aan en dan gaan wij vanavond eens even scoren bij die oude baas en zijn Pieten.
Zet ik mijn werkschoenen naast de jouwe, en wie weet zit er morgen een speculazen reus in onze schoen, en hangt de behangrol in het Rijksmuseum naast de Nachtwacht.
Of naast die "who's afraid of red, yellow and blue".
Ga jij vast beginnen, bel ik in tussentijd het museum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten