(Dienstplicht deel 2)
Iedere ochtend was er kamerinspectie op de kazerne.
Stel je eens voor. De vijand heeft parachutisten gedropt.
Tanks staan aan de rand van Paleis Soestdijk.
En jij.., jij hebt geen gepoetste schoenen.
Onbestaanbaar, onacceptabel.
Dus werd elke ochtend de glans van de schoenen gecontroleerd.
De hoogte van de baardstoppels.
En de glans van de messing koppel, toen nog nodig om de dienstbroek op te houden.
Geoefend werd in de vrije natuur. Volgens de Duitse freier körper cultuur.
Wat zoveel betekend als. Plaats een tent. Graaf een greppel om de tent heen om overdadig regenwater te weren.
Graaf een kuil ter bescherming van lijf en leden.
Graaf een kuil voor het achterlaten van door het lichaam verteerde voeding.
Graaf een kuil, want er zijn nooit genoeg kuilen. (Nog jaarlijks als Duitse traditie op Noordzee stranden te bewonderen.)
Ga vervolgens in een kuil naar keuze wachten op de vijand.
Om van kuil naar kuil te bewegen gebuikte men de tijger techniek.
Plat op de buik met geweer vooruit beweegt men spartelbewegingen makend zich van kuil naar kuil.
Probeer hierbij het uiterlijk zoveel mogelijk in de natuur op te laten gaan.
En probeer de wellicht gewapende soldaat in de naderende kuil luidruchtig te benaderen.
Hoewel gewapend met losse flodders maakt zo'n geweer in zenuwachtige handen een hoop herrie.
Daarbij heb ik mijn oordopjes de eerste dag op de kazerne moeten nuttigen.
De nacht breng je als soldaat bij voorkeur door in een tweepersoons tent.
Een pub genoemd, met geen enkele referentie naar een warm behagelijke Engelse kroeg.
In het bos, dat men veld noemde, werd je dan weer om zes uur s 'ochtends gewekt, om een kuil te gaan graven.
Met gepoetste schoenen, gladgeschoren kin en glanzende koppelriem.
Bij een invasie later dat jaar zijn vierhonderd Russische soldatenman verongelukt in een serie ogenschijnlijk willekeurig gegraven gaten.
Het was het grootste succes van de Nederlandse landmacht na 1945.
Iedere ochtend was er kamerinspectie op de kazerne.
Stel je eens voor. De vijand heeft parachutisten gedropt.
Tanks staan aan de rand van Paleis Soestdijk.
En jij.., jij hebt geen gepoetste schoenen.
Onbestaanbaar, onacceptabel.
Dus werd elke ochtend de glans van de schoenen gecontroleerd.
De hoogte van de baardstoppels.
En de glans van de messing koppel, toen nog nodig om de dienstbroek op te houden.
Geoefend werd in de vrije natuur. Volgens de Duitse freier körper cultuur.
Wat zoveel betekend als. Plaats een tent. Graaf een greppel om de tent heen om overdadig regenwater te weren.
Graaf een kuil ter bescherming van lijf en leden.
Graaf een kuil voor het achterlaten van door het lichaam verteerde voeding.
Graaf een kuil, want er zijn nooit genoeg kuilen. (Nog jaarlijks als Duitse traditie op Noordzee stranden te bewonderen.)
Ga vervolgens in een kuil naar keuze wachten op de vijand.
Om van kuil naar kuil te bewegen gebuikte men de tijger techniek.
Plat op de buik met geweer vooruit beweegt men spartelbewegingen makend zich van kuil naar kuil.
Probeer hierbij het uiterlijk zoveel mogelijk in de natuur op te laten gaan.
En probeer de wellicht gewapende soldaat in de naderende kuil luidruchtig te benaderen.
Hoewel gewapend met losse flodders maakt zo'n geweer in zenuwachtige handen een hoop herrie.
Daarbij heb ik mijn oordopjes de eerste dag op de kazerne moeten nuttigen.
De nacht breng je als soldaat bij voorkeur door in een tweepersoons tent.
Een pub genoemd, met geen enkele referentie naar een warm behagelijke Engelse kroeg.
In het bos, dat men veld noemde, werd je dan weer om zes uur s 'ochtends gewekt, om een kuil te gaan graven.
Met gepoetste schoenen, gladgeschoren kin en glanzende koppelriem.
Bij een invasie later dat jaar zijn vierhonderd Russische soldatenman verongelukt in een serie ogenschijnlijk willekeurig gegraven gaten.
Het was het grootste succes van de Nederlandse landmacht na 1945.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten