Gaan we vandaag nog langs onze kleinkinderen? vraag ik in de ochtend.
Ik ben net teruggekomen uit de moestuin waar ik het onkruid weer heb terug gedrongen.
We waren vorige weekend bij onze kinderen bezig met hun tuin metamorfose.
Zo'n twintig struiken diende te worden gerooid.
Een honderdjarige appelboom moest worden gered van een rupsen invasie.
En een doorgang naar schuur en tuin diende met kapmes en snoeischaar toegankelijk worden gemaakt.
Waarna de werkdag met krakende rug op het borreluur gebroederlijk eindigde op het stoepje met mijn kleinzoon.
Een biertje voor de harde werkers.
Zeven maanden oud... je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen.
Ook moesten er nog wat leisteen tegels van een vierkante meter worden verplaats.
Om ruimte te maken voor meer tuin voor het huis.
Maar dat was voor een weekend later.
Komen jullie vandaag nog langs? appt mijn dochter rond elven.
We zijn inmiddels aan het werk bij Oma in de tuin.
Het gras dient gemaaid en we vermoeden dat ze tijdens onze afwezigheid stiekem in de border heermoes en zevenblad heeft gezaaid.
Ook moet er nog een schuurdeur geschilderd en het lukt haar niet zelf de pot verf met kwasten op de rollator recht te houden.
Dus hebben we die klus ook voor vanochtend ingepland.
Vanmiddag. app ik terug. We zijn nu bij Oma aan het werk.
Dus wordt er middags met plavuizen van tachtig kilo gesleept.
En leisteen waterpas gelegd.
Welke weer waterpas dienen te worden gelegd.
De vrijgekomen ruimte wordt door vrouw en dochter in een razend tempo plantklaar gemaakt.
Een ligusterhaagje, vingerhoedskruid, lavendel en viburnum.
Alles blauw en wit.
Cato helpt in haar prinsessenjurk mee.
Ze harkt de net geplante haagjes glad.
En haalt ijsjes met chocola en spikkels.
Terwijl kleinzoon groene snottebellen blaast op het stoepje.
Eten jullie mee? vraagt mijn dochter.
Maar ik ontdekte van de week dat op het dorp stoofvlees verkrijgbaar is.
Op dikke patat gedrapeerd.
En ik heb vandaag een paar kilo vrijgemaakt om aan te vullen.
Dus nee...
We eten thuis.
De stoofvlees is prima.
Niet helemaal als Brabants thuis.
Maar goed genoeg een vleugje weemoed te proeven.