Een tweede dag die aan het voorjaar doet denken.
"Pap, wil jij rijden want ik heb nog nooit met een aanhangwagen gereden."
Op weg naar een geitenboerderij om een aanhangwagen vol mest te gaan halen.
Walmend de inhoud verspreiden over de moestuin.
En bidden dat de geur niet in de smaak van de bonen en kool gaat blijven hangen.
Middags in een van zolder gehaalde tuinstoel de eerste vlinder van het jaar voorbij zien fladderen.
En daarna met de hogedrukspuit de winter van het tuinterras vagen.
De jas op de steel van een tuinhark tegen de muur.
En de mouwen opgestroopt.
Kon ik op het einde van de dag bij het wassen van de handen, bijna zien waar het horlogebandje had gezeten.
Zou ook van het gespetter van de tegels kunnen zijn geweest.
En de mistig geworden bril.
Rond vijf uur gaat de verwarming buiten radicaal uit.
Om te laten weten dat het nog maar begin maart is.
In de ochtend hangt de vergeten jas wit bevroren in de schaduw nog aan de steel van de hark.
Ik verwacht een uurtje of twee voordat de zon daarop de vorst zal verwijderen.
Heeft ie met een beetje geluk zo rond het middaguur weer opgestroopte mouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten