Wat voor prachtige jeugdherinneringen komen weer boven.
Om zeven uur in de bevroren rijp van de omheinde tuin op
zoek naar verstopte eitjes.
Eitjes die volgens vader de paashaas de avond daarvoor verstopt
had.
We bikte bevroren bloempotjes los om eronder te kijken.
En klommen in regenpijpen in onze klamme pyjamaatjes.
Een jas was volgens moeder niet nodig. We zouden van het
zoeken vanzelf warm worden.
Met gloeiende wangetjes zochten we tot laat in de middag op
onze pantoffeltjes in alle hoeken en gaten van de tuin.
De lichtgroen gekleurde eieren die we tot onze ouders
verbazing vonden waren restanten van de twee jaar eerder gehuisveste
krielkipjes.
En mijn jongste zus vond het eerste kievitsei onder die
middag gevallen sneeuw tussen wat opgekomen krokusjes.
Voor de rest was de buit mager.
Twee in huisvlijt laat in de avond beschilderde legbatterij
eitjes werden gevonden.
Ze smaakt heerlijk op de voor het paasfeest aangeschafte
witte boterhammen.
Eén
sneetje per kind, en een ferme handdruk van vader die niet verwachte dat we de
verstopte eieren die dag zouden vinden.
Er was tenslotte ook nog een tweede paasdag.
Meestal brachten we die echter met een thermometertje op het
nachtkastje door in bed.
Gloeiend van de napret van het zoeken de dag daarvoor.
Ja Pasen.
Kan niet wachten de traditie straks met de kleinkinderen
voort te zetten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten